Kostenreductie én kwaliteitsverbetering in het doelgroepenvervoer

Om de paar jaar besteden gemeenten veel tijd aan doelgroepenvervoer: bij de aanbesteding. In deze blog betoog ik dat deze focus op aanbesteden niet leidt tot structurele kostenreductie en kwaliteitsverbetering. Voor wat gemeenten wel moeten doen, lees verder.

De huidige praktijk van het aanbesteden van doelgroepenvervoer is een weinig gelukkige. Overheden lukt het niet goed om kwaliteit echt onderdeel van de bestekken te maken en taxiondernemers vechten elkaar de markt uit, met vele faillissementen als gevolg. Ook de klant is verliezer, die ontvangt een service die niet echt op de vraag is afgestemd van een bedrijf dat zuinig het contract uit moet voeren om nog enige marge te maken op het vervoer.

Foto: Vincent Krabbendam, TaxiPro

Meer kwaliteit, meer kosten

Probleem is dat kwaliteit en kosten van vervoer voor een groot deel aan elkaar gekoppeld zijn. Hoe meer kwaliteit, hoe meer kosten. Bijvoorbeeld bij de Regiotaxi kan iemand opgehaald worden een kwartier voor of na een afgesproken tijdstip, als je deze periode verkleind tot 2x 10 minuten bereik je meer kwaliteit voor de klant, maar het systeem wordt wel aanmerkelijk duurder uit te voeren. Of het direct naar de bestemming rijden zonder onderweg anderen op te pikken is goed voor de klant, maar slecht voor de kosten van het vervoer.

 

Kostenreductie

Om de kosten van vervoer te verminderen kan je een aantal dingen doen zoals o.a.:

  • Zorgen dat er minder ritten komen door het vervoer duurder of minder aantrekkelijk te maken, of door bijvoorbeeld in het leerlingenvervoer de kilometergrens op te schroeven van 4 naar 6 kilometer.
  • Zorgen dat de ritten goedkoper worden door minder kilometers af te leggen of meer personen in een voertuig te combineren.
  • Prijsdifferentiatie invoeren; bijvoorbeeld net als bij het reguliere openbaar vervoer, reizen in de spits duurder maken.
  • De systeemkenmerken aanpassen, zoals de tijden waarop de Regiotaxi rijdt terugbrengen, niet meer om 7 uur maar om 9 uur te starten.
  • Of minder betalen voor het vervoer door minder stringente eisen te stellen bij de inkoop ervan.

Bovenstaande punten zijn goed om kostenefficiëncy te bereiken, maar ze dragen niet bij aan betere kwaliteit. Integendeel.

Kwaliteit van doelgroepenvervoer zit ‘m vooral in:

  • Service en bejegening (even wachten als iemand er iets langer over doet zijn jas aan te trekken);
  • Keuzevrijheid (kunnen kiezen welk dagdeel je naar de dagbesteding wordt vervoerd);
  • Tegemoet komen aan de wensen van reizigers;
  • De mogelijkheid om zonder teveel moeite deel te kunnen nemen aan de maatschappij.

Kwaliteit kost geld. Dus we moeten kijken hoe we het geld dat we hebben zo goed mogelijk kunnen besteden.

 

Wat dan wel

Het is wel mogelijk om maatregelen door te voeren die de kwaliteit verbeteren én kostenvoordeel opleveren. Maatregelen die deelnemen aan de samenleving centraal stellen. Maatregelen die niet alleen gericht zijn op vervoer, maar vooral de brede context daaromheen.

 

Ik denk dat gemeenten meer aandacht zouden moeten besteden aan de volgende zaken:

  • Kijk naar de locatie van voorzieningen en probeer zoveel mogelijk in de buurt van mensen of aan huis zelf te organiseren. Denk aan inloopvoorzieningen voor dagopvang, maar ook het voorkomen van sluiting van winkels en doktersposten op het platteland.
  • Door korte afstanden kunnen mensen meer op eigen gelegenheid komen, bijvoorbeeld met een elektrische driewielfiets. Investeer in mensen, zorg dat ze begeleiding en training krijgen om te leren zelfstandig te reizen.
  • Stimuleer de systemen tussen openbaar vervoer (OV) en doelgroepenvervoer. Vele succesvolle vrijwilligersprojecten laten zien dat zij vaak uitstekend in staat zijn de vraag naar lokaal vervoer in te vullen. Voorbeelden zijn enkele gemeenten in West-Overijssel waar de Regiotaxi is opgeheven en grotendeels is overgenomen door het vrijwilligersvervoer. Het Breng-Flex syteem in Arnhem-Nijmegen is ook een voorbeeld waar vraaggericht OV een deel van de functie van Regiotaxi/wmo-vervoer kan overnemen. Ik ben zelf bezig met een project in Maassluis, Vlaardingen en Schiedam waar een lokaal aanvullend vervoersysteem mogelijk een deel van de functie van de Regiotaxi gaat overnemen.
  • Slimmer te indiceren door bijvoorbeeld kennis van vervoer bij Wmo-consulenten te vergroten, OV-abonnementen aan te bieden (zoals bij de gemeenten Nijmegen) en maatwerk te bieden (zoals ’s-avonds taxivervoer, overdag OV).
  • Tenslotte moeten ook de schotten in het doelgroepenvervoer verder worden geslecht. Gemeenten zouden hiervoor om te starten een overkoepelend mobiliteitsbureau moeten oprichten voor gezamenlijke beleidsvorming, inkoop en beheer.

 

Als gemeenten nu meer aandacht hieraan besteden in de jaren dat er niet aanbesteed hoeft te worden werken ze structureel aan kwaliteitsverbetering en kostenreductie in het doelgroepenvervoer.

Ik hoor graag van u of u het hier wel of niet mee eens bent.

Bas Witte

Senior adviseur doelgroepenvervoer Cissonius Groep.